Curieuzeneuzen-data leveren nieuwe inzichten over werkelijke blootstelling
In mei 2018 organiseerde de Universiteit Antwerpen samen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en De Standaard het grootste burgeronderzoek naar luchtkwaliteit ooit. 20 000 gemotiveerde burgers ontpopten zich tot onderzoekers en maten de concentratie aan stikstofdioxide aan hun voorgevel. Dat resulteerde in een uitgebreide – en internationaal unieke – set van gegevens over luchtvervuiling veroorzaakt door verkeer. In september 2018 werden de meetgegevens bekend gemaakt en een gedetailleerde luchtkwaliteitskaart voor Vlaanderen voorgesteld.
De voorbije maanden doken we nog dieper in de CurieuzeNeuzen-data en focusten op het verplaatsingsgedrag van 5 000 deelnemende burgerwetenschappers, om zo een nauwkeurigere inschatting te kunnen maken van de blootstelling aan stikstofdioxide doorheen de dag. Uit die analyse blijkt dat voor een gemiddelde Vlaming 57 % van de blootstelling thuis gebeurt, 37 % op de bestemming (meestal de werkplaats) en 6 % tijdens verplaatsingen.
Aan de hand van deze analyse hebben we de dynamische blootstelling berekend, in tegenstelling tot de concentratie aan de voorgevel, wat we de statische blootstelling noemen. De dynamische blootstelling ligt gemiddeld iets hoger dan de statische blootstelling: 24,1 versus 22,8 µg/m³. Hier zien we twee belangrijke redenen voor. Werkplaatsen bevinden zich vaak op plekken met een slechtere luchtkwaliteit, bijvoorbeeld in een stadscentrum of nabij drukke invalswegen. Daarnaast worden we op weg naar het werk blootgesteld aan verhoogde concentraties van stikstofdioxide: langer onderweg betekent dus vaak ook een hogere dynamische blootstelling.
De resultaten maken duidelijk dat de kloof tussen mensen die in de stad wonen en werken, en pendelaars die naar de stad komen kleiner is dan de CurieuzeNeuzen-kaart doet vermoeden. Waar de CurieuzeNeuzen-kaart een gemiddeld verschil weergeeft van 10,1 µg/m³ in (statische) blootstelling tussen wonen in en buiten de stad Antwerpen, brengt de dynamische blootstelling het verschil tussen inwoner en pendelaar terug tot 5,7 µg/m³. Voor Gent daalt dit verschil van 6,1 naar 3,6 µg/m³. De winst die geboekt kan worden door buiten de stad te gaan wonen is kleiner dan gedacht, als men nog steeds naar een werkplek met verhoogde concentraties moet pendelen.
Dr. Evi Dons werkt als postdoctoraal onderzoeker bij het FWO - Onderzoeksstichting Vlaanderen. Ze behaalde een doctoraatsdiploma in de transportwetenschappen met een proefschrift over "Beoordeling van de blootstelling aan luchtvervuiling door middel van persoonlijke opvolging en activiteitsgerichte modellering". Haar expertise is luchtvervuiling, reisgedrag en gezondheidswetenschappen. Ze is betrokken geweest bij meerdere nationale en internationale multidisciplinaire onderzoeksprojecten op het gebied van transport, luchtvervuiling en gezondheid (o.a. het Europese PASTA-project ). Ze is de hoofdauteur van een reeks recente publicaties over technieken om de persoonlijke blootstelling aan luchtvervuiling te modelleren en te meten en ze is co-auteur van verschillende andere publicaties op het gebied van milieu, gezondheid en transport.
Blijf op de hoogte van onze recente ontwikkelingen,
nieuwste projecten en aankomende events.