Van energieneutraal naar energiepositief

Artikel gepubliceerd op 15 januari 2020 Koen Allaerts

Het besef dat we spaarzaam moeten omgaan met energie groeit. De regelgever ondersteunt deze gedachte en heeft een aantal bouw- en renovatie-eisen opgesteld die gebouweigenaars dwingen om duurzamer met energie om te springen. Het Project Excess is in die zin visionair en is de regelgeving nog een stap voor. Dit Europese H2020-project wil woningbouw stimuleren die energiepositief is. Die dus meer energie oplevert dan het verbruikt.

Europa moet tegen 2050 energieneutraal zijn en dat kan alleen als we consequent het gebouwenbestand aanpakken. Gebouwen energieneutraal maken zou een eerste doelstelling kunnen zijn, maar pas als we gebouwen zouden ontwikkelen die meer energie produceren dan ze verbruiken, zouden we onze klimaatdoelstellingen een stevige boost kunnen geven.

Eén lijn trekken voor heel Europa is een beetje zinloos want Europa kent verschillende klimaatzones. Maatregelen die perfect zouden werken in Zuid-Spanje, kunnen zinloos zijn in Finland.Daarom loopt het Project Excess ook over acht Europese landen in vier verschillende klimaatzones: België, Spanje, Oostenrijk en Finland. Maar liefst 21 partners - gecoördineerd door het Joanneum Onderzoeksinstituut in het Oostenrijkse Graz – willen bewijzen dat het mogelijk is om bijna-energieneutrale woningen (om) te bouwen tot energiepositieve gebouwen, de zogenaamde Positive Energy Buildings of PEB’s. PEB’s zijn gebouwen die meer energie produceren dan ze verbruiken en daarbij zelfconsumptie maximaliseren. 

Om via renovatie over te stappen van een woning die weinig energie verbruikt naar een woning die meer energie opwekt dan verbruikt heb je niet alleen nieuwe technologieën nodig, maar ook andere materialen en ICT-oplossingen. Bovendien is het ook nodig om de wisselwerking tussen de lokale energieproductie, opslag en het verbruik op gebouw- en wijkniveau te optimaliseren. Het project wil deze gecombineerde aanpak verder exploreren. Voor België heeft Energyville/VITO zich geëngageerd om samen te werken met de sociale huisvestingsmaatschappij Cordium in Hasselt.

EnergyVille/VITO onderzoekt hoe de opschaling van de PEB-woningen kan gebeuren en is mee betrokken bij de technologische ontwikkeling van thermische energieopslag en energiemanagementsystemen in de Belgische demo. Het bijzondere van het Belgische project is dat een sociale huisvestingsmaatschappij betrokken is. Op dit moment zijn de sociale woningen van het Hasseltse Cordium aangesloten op een warmtenet dat gebruik maakt van ondiepe geothermie. Op de daken van de woningen zullen PVT panelen geplaatst worden die elektriciteit en warmte leveren aan het warmtenet. In elke woning wordt er thermische energieopslag voorzien om het warmtenet efficiënter te laten werken. Interessant is bovendien een tool waarbij de bewoners zelf individueel hun verbruik kunnen monitoren.

Naargelang de klimaatzone worden andere systemen ontwikkeld. Zo zet Finland in op een nieuw type bodemwarmtewisselaar met een diepteboring van 800 meter, gecombineerd met een aangepaste warmtepomp. En Oostenrijk wil geïntegreerde fotovoltaïsche zonnepanelen ontwikkelen die ingewerkt zijn in gevelbekleding. Spanje zet dan weer volop in op zonne-energie die doeltreffender in het gebouw zal worden ingezet en waarbij overschotten worden opgeslagen in een batterij voor dagelijks gebruik.
Eind 2023 moet het project afgerond zijn en moeten de deelnemers de resultaten van hun project publiceren.

Koen Allaerts Koen Allaerts
Over de auteur

Koen Allaerts is Industrieel Ingenieur Elektromechanica. Hij begon zijn loopbaan in 2007 als Shiftsupervisor bij Campbell Foods Belgium en was verantwoordelijk voor de productieafdeling. In 2008 startte Koen als projectingenieur bij Continental Energy Systems in Westmalle. Hij was er verantwoordelijk voor het ontwerp en opvolging van grote (turnkey) warmtekrachtinstallaties. Sinds 2011 werkt hij bij EnergyVille/VITO. Koen werkt op projecten rond innovatieve energietechnologie (van ontwerp tot monitoring) voor industriële klanten en KMO’s en werkt ook aan Vlaamse en Europese projecten rond duurzame energievoorziening.