De zomer van 2022, uitzonderlijk droog! Of niet uitzonderlijk?
5,2 mm ... dat is de hoeveelheid regen die het meteorologisch station van Brussel (Ukkel) in België registreerde voor de maand juli. De normale hoeveelheid over de laatste 30 jaar is 77 mm. Alleen in 1885 was het nog droger met 3 mm, maar waar dit 137 jaar geleden zeer uitzonderlijk was, is de huidige droogte al de vijfde in de laatste zes jaar. Ook de lente was erg droog met een totale hoeveelheid neerslag van 108 mm in plaats van de gemiddelde 165 mm.
Het gebrek aan regen gaat gepaard met hoge temperaturen - vooral in de laatste weken - wat resulteert in een feitelijk tekort aan water van 250-275 mm, en de zomer is nog niet voorbij. De meeste delen van West-Europa kampen met een soortgelijke situatie, terwijl Zuid-Europa geteisterd wordt door een lange en zinderende hittegolf.
Onderstaande figuur illustreert de temperatuur, de neerslag en de zonneschijn voor juli 2022. Let op het extreme verschil met juli 2021 dat uitzonderlijk nat was.
Neerslag, temperatuur en zonneschijnduur te Ukkel (BE), juli
Het patroon van lange droge perioden en hittegolven, onderbroken door korte perioden met intense regenval, lijkt het nieuwe normaal te worden. Hoewel velen van ons houden van een warm en droog zomerseizoen, is dit een dramatische evolutie voor de landbouw, de natuur en de watervoorziening in West-Europa. Tarwe, maïs, suikerbieten, groenten en grasland profiteren allemaal van het typische "Belgische weer" met regelmatig neerslag en gematigde temperaturen.
CurieuzeNeuzen volgt de hitte en droogte in België
In 2021 ging 'CurieuzeNeuzen in de Tuin' van start. Dit grootschalig burgeronderzoek meet de impact van hitte en droogte in Vlaanderen (BE) door duizenden temperatuur- en bodemvochtsensoren te installeren in privétuinen, openbaar groen en landbouwvelden (focus op de aardappelteelt). De zomer van 2021 werd echter de natste zomer ooit in België. Ondanks deze onverwachte omstandigheden kon een unieke dataset worden verzameld. Joris De Wolf legt uit wat de metingen in een koel en nat seizoen ons leren in onze vorige blog ‘CurieuzeNeuzen in de aardappelvelden: wat heeft het ons geleerd?'
Dit jaar wordt het experiment herhaald met 3000 sensoren waarvan er 200 opnieuw geïnstalleerd werden op verschillende aardappelvelden verspreid over heel Vlaanderen. Waarom aardappelen? Niet alleen omdat de aardappel het favoriete gewas is van veel Belgen. Aardappelgewassen zijn ook zeer gevoelig voor extreem weer. Het Noorden van België heeft de ideale bodem en teeltomstandigheden; en normaal ook het optimale klimaat voor een succesvolle aardappelteelt. Echter, langdurige perioden van droogte, hittegolven en extreme regenval leiden tot een mindere kwaliteit en een lagere opbrengst.
In tegenstelling tot vorig jaar hebben we dit jaar enkel sensoren geplaatst in velden waar Fontane wordt geteeld, het dominante ras in Vlaanderen. Op die manier beperken we de variabiliteit in de dataset. Natuurlijk blijven verschillen in bodem belangrijk in de analyse. Dit experiment geeft ons unieke inzichten over de impact van hitte en droogte op de aardappelteelt.
De impact op onze aardappelteelt?
De CurieuzeNeuzen sensoren verzamelen data tot het einde van het groeiseizoen, maar we kunnen de metingen ook dagelijks opvolgen via WatchITgrow, het online platform dat telers ondersteunt bij het monitoren van hun gewassen. Laten we eens kijken naar de metingen in een aardappelveld in de zanderige 'Kempen' in de provincie Antwerpen.
Onderstaande figuur toont de evolutie van de fAPAR ("groenheid" - groene curve). De blauwe balken illustreren de dagelijkse hoeveelheid neerslag, de blauwe lijn het bodemvocht en de bruine lijn de bodemtemperatuur zoals gemeten door de CurieuzeNeuzen-sensor (dus in de bovenste 15 cm van de bodem). Aan de hand van deze statistieken zien we duidelijk dat de start van het seizoen zeer goed verliep met gunstige omstandigheden in mei en juni, maar dat de droogte van juli en de uitzonderlijke hitte op 19 juli (tot 40°C) het beeld hebben veranderd en we vanaf midden juli een daling van de fAPAR zien. Vooral de laatste twee weken is er een snelle achteruitgang te merken waarbij het loof vervroegd afsterft en geel wordt.
Printscreen van veldstatistieken in WatchITgrow
Opbrengstverwachtingen
Hoe zal deze situatie evolueren en wat is de mogelijke impact op de aardappeloogst? We contacteerden Ilse Eeckhout, wetenschappelijk coördinator bij het proefcentrum voor aardappelteelt in Vlaanderen (PCA). "Tot midden juli zag de groeicurve en de opbrengstraming er vrij normaal uit, maar door de uitzonderlijke droge en zonnige omstandigheden is de situatie de voorbije twee weken snel achteruit gegaan. Vandaag meten we ongeveer 35ton/ha op de velden, dit is 15% minder dan normaal (Fontane variëteit). Als het heel binnenkort zou regenen, kan de schade verder beperkt blijven, vooral voor de laat gepote percelen, maar de tijd dringt want we zien dat het loof geel wordt. Zodra het loof dood is, stoppen de aardappelen met groeien en zal regen niet meer helpen. Daarom hebben we heel snel regen nodig. De komende dagen zijn eigenlijk cruciaal." We blijven de situatie op de voet volgen met behulp van de CurieuzeNeuzen-sensoren.
Terwijl deze veldapparatuur in-situ gegevens aanleveren, leveren aardobservatiedata (satelliet-, lucht- en/of dronebeelden) een ruimtelijk overzicht van de gezondheidstoestand van de gewassen op het veld. Voor de monitoring van de aardappelvelden combineren we satellietbeelden van Sentinel-1 en Sentinel-2 satellieten. De optische beelden van Sentinel-2 geven informatie over de biofysische toestand van het gewas, terwijl de radarwaarnemingen van Sentinel-1 gevoelig zijn voor de structuur van het gewas. Bovendien kijken de radargegevens door de wolken heen waardoor we continu kunnen monitoren. . We gebruiken hiervoor de CropSAR methode, een techniek speciaal ontwikkeld om onafhankelijk te zijn van de weersomstandigheden, zodat ook op bewolkte dagen de essentiële groeistadia van de plant kunnen opgevolgd worden.
De CurieuzeNeuzen data zullen worden toegevoegd aan WatchITgrow. Vervolgens zullen deze nieuwe velddata met behulp van big data analytics en machine learning worden gecombineerd met satellietbeelden en andere in-situ gegevens om telers up-to-date en meer gepersonaliseerd advies te geven.