De droogste zomer ooit?
Sinds de vroege lente kreunt België en de rest van Europa onder een intense droogte. En de ergste hitte is nog niet voorbij. De komende dagen verwacht men nog dagen met extreem hoge temperaturen. De huidige hittegolf treft het noordelijk deel van Europa, een gevolg van de zwakkere straalstroom die zich noordelijker bevindt dan normaal, waardoor de hete hogedruk-lucht vast zit boven noord Amerika, Europa en Azië en lagedruk-systemen blokkeert die ons koelere lucht en regen brengen.
De extreme droogte laat ons terugdenken aan de zomer van 1976. De grafiek van het KMI toont dat het gebrek aan neerslag vandaag vergelijkbaar is met de situatie in 1976. In dat jaar begon de droogte vroeger, maar het gebrek aan regen de afgelopen weken brengt ons nu in dezelfde situatie.
Er zijn wel een paar regionale verschillen in ons land. Onstabiele luchtverplaatsing in het Zuiden van Europa zorgde voor regen in Wallonië, voornamelijk in mei en juni, terwijl in Vlaanderen de droogte aanhield. In Ukkel bijvoorbeeld heeft men 13,9 mm neerslag gemeten in mei en 15,8 mm in juni. Normaal liggen de gemiddelden in deze periode tussen 66,5 en 71,8 mm. Het is dus geen verrassing dat de gronden en gewassen er droog en verdord bijliggen en hunkeren naar water.
De bijdrage van satellietdata
Verschillende satellietbeelden van o.a. PROBA-V, Sentinel-2, Sentinel-3, MODIS, … toonden al aan dat de droogte zijn tol eist op onze landschappen, akkers en gewassen. De werkelijke waarde van deze beelden ligt echter vooral in de extractie van waardevolle informatie. Op basis van deze satellietbeelden kunnen we informatie genereren die aantoont hoe groot de impact en schade is en maatregelen treffen.
De ‘Copernicus Global Land Service’ die uitgevoerd wordt in opdracht van de Europese Commissie geeft elke 10 dagen een ‘Vegetation Productivity Index (VPI)’ aan. Aan de hand van hiervan kunnen we zien wat de toestand is van de vegetatie ten opzichte van de lange-termijnstatistieken over dezelfde periode. De VPI is een percentiele rangschikking van de huidige vegetatiewaarde ( Normalized Difference Vegetation Index of NDVI) ten opzichte van de historische spreiding.
Deze informatie laat ons toe na te gaan of de huidige metingen overeenkomen met een historisch minimum (slechtste vegetatie ooit), gemiddeld (normale situatie) of maximum (beste vegetatiestatus) ooit gemeten.
Copernicus Global Land Service - Vegetation Productivity Index (VPI) laat duidelijk zien dat voor de laatse decade van juli 2018
het grootste gedeelte van noordwestelijk Europa bij de laagste 25% van de metingen van satellieten zit.
De impact op onze landbouwers
Het is duidelijk dat deze situatie invloed heeft op de landbouw in België en de omliggende landen. Het groeiseizoen had een moeilijke start met de vertragende gevolgen van de aanslepende winter. De huidige droogte en hitte-periode creëert een zeer ongunstige situatie. Boeren werken er hard aan de impact te beperken, maar vrezen te eindigen met kleinere oogst, zowel in kwaliteit als kwantiteit.
Nele Cattoor van VEGEBE (Federatie van de Belgische groenteverwerking en de handel in industriegroenten) volgt de situatie op de voet. “Het is nog te vroeg om exacte cijfers op het verlies te plakken, maar dit zal tot kerst voelbaar zijn. De droogte van nu heeft ook invloed op groenten die pas later dit jaar worden geoogst, want die kunnen door de droogte nog niet worden gezaaid. Het gaat bijvoorbeeld over bonen, spinazie en de tweede teelt van bloemkool.”
De droogte zal een onomkeerbare negatieve impact hebben op gewassen die door de droogte getroffen werden tijdens de bloei- en groeiperiode.
Joost Wellens - Hoofd IWRM en werkgroep Voedselveiligheid, ULg
We zien een duidelijk verschil tussen de winter- en zomergewassen. Joost Wellens, agronomisch expert aan de Universiteit van Luik geeft ons enkele inzichten in de staat van de gewassen en wat we kunnen verwachten.
Wintergewassen kenden hun bloei- en groeiperiode grotendeels vóór de hittegolf en de droogteperiode, wat leidde tot een betere oogst dan vorig jaar. Wintergewassen kunnen ook 1 à 2 weken vroeger dan gemiddeld worden geoogst.
Voor de zomergewassen die nog steeds op het veld staan, zoals bijvoorbeeld maïs en aardappelen, treft de droogte ze in de bloei- en groeiperiode. Dit zijn zeer gevoelige stadia in de plantontwikkeling, wat leidt tot een onomkeerbare negatieve impact op de uiteindelijke oogst. Het is echter te vroeg om de exacte verliezen te bepalen.
Meer informatie over de staat van de gewassen en de verwachte opbrengsten kan gevonden worden in de agro-meteorologische berichten die sinds 2002 maandelijks worden verspreid tijdens het landbouwseizoen. Het magazine is beschikkaar in het Frans en Nederlands
Een vergelijking van Sentinel-2 (27/06/2018 - 27/07/2018) beelden die de aanzienlijke veranderingen in het landschap
duidelijk aantonen. Ontdek zelf meer via https://viewer.terrascope.be
Digitale oogstopvolging
Specifiek voor de landbouwsector ontwikkelde VITO watchITgrow. De online applicatie volgt alle aardappelvelden in België op. De gegevens tonen duidelijk aan dat de aardappeloogst in het noorden van Vlaanderen het hardst getroffen wordt zowel in kwaliteit als in kwantiteit. "De aardappelen zijn veel te klein. De fabrieken kunnen daar geen friet van maken." aldus Nele Cattoor.
De transitie naar meer duurzame landbouw
Volgens onze boeren is de situatie onomkeerbaar. Zelfs al begint het vandaag of morgen te regenen, de gewassen die niet geïrrigeerd zijn, zijn al te hard beschadigd/hebben al te hard geleden. De vrees blijft natuurlijk ook naar de toekomst toe want de voorspellingen duiden erop dat deze lange en extreme droogte meer en meer zal voorkomen.
We evolueren naar lange droge periodes afgewisseld met intense neerslag in de zomerperiode.
David Dehenauw - Hoofdmeteoroloog
Climate Smart Agriculture (CSA) of klimaatvriendelijke landbouw kan een oplossing bieden in de klimaatveranderingen waarmee we leven. CSA zijn nieuwe landbouwtechnieken waarin men de productiviteit meer duurzaam kan verhogen en de landbouw beter kunnen weren tegen klimaatverandering zonder de uitstoot van broeikasgassen te verhogen. Deze nieuwe praktijken zijn gebaseerd op geïntegreerd beheer van water, land en ecosystemen passend binnen het landschap.
Kortom, we zijn genoodzaakt om de traditionele aanpak om te zetten in betere, slimmere, meer veerkrachtige en duurzame landbouwactiviteiten.
--------------------------
Bronnen: